Gebreksverschijnselen

Het presteren van uw gewas hangt nauw samen met het principe van de limiterende factoren:

Ooit omschreef Justus von Liebig de wet van het minimum: Als een voedingsstof mist of onvoldoende aanwezig is, blijft de plantengroei slecht, ook als andere voedingsstoffen in overvloed aanwezig zijn.

TonnetjeAls de voorziening van één of meerdere nutrienten (voedingsstoffen) tekortschiet dan is het presteren van het gewas beperkt tot wat het maximaal kan presteren onder deze limiterende omstandigheid. De rest van het opbrengend vermogen gaat verloren of blijft onbenut, gesymboliseerd door het water, dat verloren gaat over de laagste duig uit het tonnetje.

Wanneer andere nutriënten worden toegevoegd (duigen die worden verhoogd), zal dit het gewas NIET beter laten presteren. Het gewas kan immers nog steeds niet beter presteren dan de meest limiterende voedingsstof (laagste duig). Wordt de laagste duig verhoogd (die voedingsstof wordt toegevoegd), dan wordt de volgende laatste duig de meest limiterende.

Het bovenstaande illustreert al dat het erg belangrijk is om te weten hoe hoog de duigen zijn als we gaan kijken naar de bemestingstoestand van een perceel. Ons grondonderzoek en bijbehorende bodemkaarten leveren dit inzicht. Hierop baseren we vervolgens een plan van aanpak om de duigen van uw perceel pleksgewijs de optimale hoogte te geven.

Hierbij geven wij u meer inzicht in de gebreksverschijnselen die optreden in een aantal gewassen en die u zelf in het veld kunt herkennen.


Klik hieronder op het element dat u wilt zien:

Stikstof (N)

Fosfaat (P)

Kali (K)

Magnesium (Mg)

Zwavel (S)

Mangaan (Mn)

Borium (B)

Zink (Zn)